1. zal hij een verlangen hebben naar Gods Woord:
- 1 Petrus 2:2
En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien,
|
2. zal hij Gods geboden houden:
- 1 Johannes 2:3-4
En hierdoor weten wij dat wij Hem kennen, namelijk als wij Zijn geboden in acht nemen.
Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet.
|
3. zal hij houden van zijn broeders en zusters in Christus :
- 1 Johannes 3:14
Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood.
- 1 Johannes 4:7
Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God.
- 1 Johannes 4:20
Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft?
|
4. zal hij een rechtvaardig leven leiden en doen wat goed is :
- 1 Johannes 2:29
Als u weet dat Hij rechtvaardig is, dan weet u dat ieder die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.
- 3 Johannes 11
Geliefde, volg niet het kwade na maar het goede. Wie goeddoet, is uit God; maar wie kwaad doet, heeft God niet gezien.
|
5. zal hij Christus belijden met zijn mond en lippen :
- Romeinen 10:9-10
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.
|